tweehuismussendewijdewereldin.reismee.nl

Foodparadise Penang & Tropisch Langkawi

Na een lange treinreis en een boottochtje kwamen we aan op het eerste eiland wat we in Maleisie zouden bezoeken: Penang. Onze Lonely Planet vertelde ons dat het eiland bekend staat om het fantastische eten, dus besloten we dat dat zo ongeveer onze enige bezigheid zou zijn. Veel meer was er ook eigenlijk niet te doen. We liepen wat rond door het leuke stadje met de gezellige wijken Chinatown en Little India, kochten bananenmilkshakes in zakjes (erg raar, maar ontzettend lekker) om af te koelen, verbaasden ons erover dat niet elke winkel met een uithangbord in het Chinees een Chinees restaurant is (toch jammer) en aten vooral veel. Het eten was niet perse lekkerder dan dat wat we gegeten hebben op andere plaatsen in Azie, maar aangezien de straten vol stonden met kraampjes, je de gekste dingen kon krijgen en een complete maaltijd minder dan 2 euro kost, was het echt wel paradijselijk te noemen.

Na Penang namen we een ferry naar Langkawi. Langkawi is een eiland dichtbij Penang en staat bekend om de stranden. En dat is ook ongeveer het enige wat er te doen is! We zittten in een 'dorpje' (1 straat met heel veel restaurantjes en toeristenwinkeltjes) in een hotel dichtbij het strand. Onze dagen vullen we hier met zon zee en strand, lezen, af en toe een milkshake of vers sapje, ijsjes en eten. We zijn naar een aquarium geweest waar ze pinguins, zeeleeuwen, haaien en heel veel vissen hadden, waar we er ook veel van herkenden van onze snorkeltripjes! Verder gaan we hier winkeltjes in (alles is nog steeds fijn goedkoop) en morgen gaan we eiland hoppen. Langkawi bestaat uit 99 eilanden, waarvan we er morgen wel 3 van gaan zien. Zaterdag vliegen we weer terug naar Kuala Lumpur, voelt bijna al een beetje als thuiskomen omdat we er zo vaak geweest zijn afgelopen weken. Daarna nog 5 dagen KL om weer terug te vliegen naar Amsterdam, gaat ontzettend snel allemaal.

Bali!

Na ons besluit om gewoon op Bali te blijven, voelden we ons een stuk relaxter. Dat kwam ook door het guesthouse waar we sliepen: een complex met zo'n 20 kamers rond een grote tuin met zwembad, gerund door een vriendelijke familie die zelf ook op het terrein woont. Elke ochtend kregen we op ons balkonnetje vers fruit, koffie en toast: heerlijk! Vaak gingen we na nog wat lezen het stadje, Ubud, zelf in: Het enige stadje op Bali waar het zo ongeveer elke dag regent. Dat mocht de pret echter niet drukken. Er zitten veel kunstenaars die hun koopwaar overal verkopen en aan het eind van onze straat zat een enorme markt met kleding, olietjes en vooral veel rotzooi. We hebben hier goed leren onderhandelen aangezien we op alles wel een 'discount, lady!?' konden krijgen. Hoewel we vast nog teveel betaalden, best wat leuke dingen op de kop getikt. Wanneer we hongerig werden, haalden we een bananapancake in het tentje naast ons guesthouse, absoluut geen straf! Als we zin hadden, liepen we daarna de andere kant van de straat in en lieten we voor de eerste keer in ons leven een (spotgoedkope) pedicure doen. Na een avondmaaltijd van gestoomde rijst met bijvoorbeeld gado-gado hielden we het weer voor gezien en lagen we om 20.00 uur al in bed. Twee huismussen dus. Gelukkig hebben we ook nog wel wat gezien van het prachtige eiland.
Als je 20 meter Ubud uitloopt sta je al midden in de rijstvelden. Er werd op het moment dat we er rondliepen geplant, mooi om te zien hoe de vrouwen de plantjes in de modder duwden, met op de achtergrond bergen en rijstvelden. Midden tussen de rijstvelden bleek ook nog een restaurantje te zitten, dus hebben we een bananenmilkshake gedronken (lekker!) voordat we weer verder liepen in de hitte.
Verder zijn we eropuit gegaan met een tourbusje om wat mooie plekken rond Ubud te zien. Zo hebben we de grootste tempel van Bali gezien (waar ze touristen uitbuiten, ze wilden dat we een 'vrijwillige' donatie deden en ook deden ze alsof we zonder een gids de tempels niet mochten zien. Gelukkig waren we gewaarschuwd hiervoor, dus we hebben hardnekkig volgehouden dat we dat echt niet wilden en toen bleken we zonder donatie en zonder gids toch de tempels mochten bezoeken. Ook hebben we een heilige bron tempel gezien, waar mensen zich wassen in het heilige water en een complex waar ooit een gerechtshof zat.
Ook zijn we naar een koffie/kruidenplantage geweest, waar we alle plaatselijke kruiden konden zien en het koffie-maak-proces. Ook hadden ze hier luwak koffie, ook wel bekend als kattenpoep-koffie.. Katachtige beestjes eten de koffie eerst op en dat wat ze uitpoepen wordt schoongemaakt en daar wordt weer koffie van gemaakt. We konden het proberen voor een goedkope prijs, maar hebben dit aanbod toch maar afgeslagen. Na een stop bij een uitzichtpunt waar we alleen maar mist zagen (de chauffeur: yes, over there is mountain and here should be lake!) en nog een stop bij beeldschone rijstvelden zat deze tour er ook weer op.
Een van de hoogtepunten van Ubud verder was de Holy Monkey Sanctuary. Een drietal tempels in een regenwoud, waar apen het voor het zeggen hebben. Hier hebben we een tijd rondgelopen en rondgekeken, Anne is nog aangevallen door een beschermende moederaap en hebben ons Indiana Jones gevoeld bij het zien van de tempels.
Na een week in het prettige Ubud zijn we terug gevlogen naar Kuala Lumpur. Hier zijn we een nachtje geweest om vervolgens een trein te pakken dwars door Maleisie, naar Penang. Hier gaan we ons de komende dagen vermaken met de mooie gebouwen en het fantastische eten!:)

Hectisch Azie

Na met pijn in ons hart in het vliegtuig te zijn gestapt, stonden we dan ineens in Kuala Lumpur, Maleisie. We moesten heel lang wachten bij de trage immigratie, maar na een volgende stempel gingen we op weg naar ons hotel. In de taxi merkten we meteen dat het verkeer echt een rotzooitje is, iedereen haalt elkaar van alle kanten in en toetert erop los. En dan zit je nog in de auto.. Te voet was het echt hopen dat je niet overreden werd, er zijn amper oversteekplaatsen en deze worden alleen als zodanig gezien als er verkeerslichten zijn, die ook graag genegeerd worden. Ach ja, zo was er tenminste sensatie bij zoiets kleins als de weg oversteken.

Toen we echter dieper de stad in liepen, zagen we de charme van die enorme stad. In de wijken Little India en Chinatown stonden overal kleine eetkraampjes waar je niet altijd weet wat je krijgt (mits er plaatjes hangen), ze het woord vegetarisch gelukkig kennen en het altijd spotgoedkoop eten is. Aan de andere kant probeert Kuala Lumpur erg westers te zijn: er zijn enorme winkelcentra (met een pretpark erin!), fastfoodketens als McDonalds en een goed, uitgebreid treinnetwerk. Een goede tussenstop dus voordat we echt Azie in zouden gaan.

Next stop: Yogyakarta (of Jogjakarta) op Java, waar we in totaal 5 dagen geweest zijn. Na wat probleempjes bij het vliegveld (iets met een visum moeten betalen in US dollars, wat we niet konden.. Gelukkig waren er een paar Duitse mensen die ons konden redden), een taxi gepakt naar ons hotel voor die paar dagen: Duta Garden Hotel. De stad zelf is vies, chaotisch en streng moslim, het hotel was schitterend. De taxi liet ons meteen het echte Indonesische verkeer zien, vol met brommers en auto's zoals we uit KL al kenden, maar nu ook met een soort bakfietsen waarin mensen vervoerd worden. Hiervan zijn er genoeg en alle chauffeurs van de fietsen roepen je na, of je erin wilt zitten. Dit hebben we dan ook een paar keer gedaan, doodeng omdat je het verkeer ingaat in een krakkemikkige bakfiets, maar ook wel heel leuk (en minder warm dan lopen).


In Yogya hebben we veel gedaan, we hebben de Borobudur en Prambanan bezocht, de eerste is een gigantische Boeddhistische tempel (http://en.wikipedia.org/wiki/Borobudur) de tweede zijn meerdere Hindoeistische tempels (http://en.wikipedia.org/wiki/Prambanan). Beide zijn heel erg mooi en indrukwekkend. Toch vonden veel van de bezoekers ons interessanter dan de tempels en werden er eigenlijk meer foto's van ons gemaakt dan van de gebouwen..
Verder hebben we ook een kookcursus gedaan bij een heel leuk restaurantje: ViaVia. 3 uur lang kregen we alle ins en outs te horen van de Indonesische keuken. We hebben hier een kipgerecht gemaakt, een vegetarisch gerecht, kroepoek, tempeh (een soort tofu) gele rijst en pindasaus. En al zeggen we het zelf, het was behoorlijk lekker. :) Ook zijn we fanatiek aan de yoga gegaan, iets te fanatiek bleek later: de spierpijn was verschrikkelijk. Het niveau was ook behoorlijk hoog, met allemaal ingewikkelde houdingen die wij duidelijk niet beheersten en zeker niet meer na 2,5 maand niet sporten. Maar wel erg prettig om weer iets sportachtigs te doen. Verder in Yogya wat marktjes gezien en vooral genoten van ons (veel te luxe)hotel.

Nu we in Ubud, Bali zijn aangekomen, hebben we besloten om hier een week te zitten en niet ook nog naar Lombok te gaan. De omgeving is hier fantastisch en we hebben onze volle tijd nodig. :) Volgende keer een update wat we hier allemaal uitspoken!

Cairns en onze verdere plannen

Cairns, niet de boeiendste plek waar we tot nu toe geweest zijn.. Het centrum bestaat uit backpacker reisbureaus, hostels en kroegen en er is geen strand (wel een lagoon, maar die was dicht toen wij er waren, hebben wij weer). Wel was het gelukkig mooi weer, zon en lekker warm hoera! De dagen dat we geen tripjes deden hebben we vooral rondgehangen, wat winkels ingeweest, gelezen, kroegen gezien en mensen terug gezien van over de hele oostkust.

Wat dan weer wel heel boeiend is bij Cairns, is het Great Barrier Reef. We hebben een dagtour gedaan op een zeilboot, waarbij we 2 keer gingen snorkelen. De plekken waar we heengingen waren beeldschoon, blauw water en witte eilandjes en onder water was het nog veel mooier. De eerste snorkelplek was bij een oppervlakkig reef naast een eilandje. Hier veel vissen en mooi koraal gezien en 3 (!) schildpadden! De tweede plek was bij een dieper reef, waar je echt het idee had dat je rondzwom in Finding Nemo. We hebben zelfs een paar Nemo look-a-likes gezien :) Op de terugweg gezeild in het zonnetje, erg goed dagje!

Het volgende tripje viel een beetje tegen.. We gingen naar Cape Tribulation met een tourbusje. Nou was de omgeving fantastisch, een regenwoud met spannende bomen en lianen en mega vogels die doen denken aan Kevin, de vogel uit Up (nou hebben wij alleen maar een chick gezien van deze vogels, Cassowaries, maar toch!). Ook het hostel waar we verbleven voor een nachtje was mooi, de kamers waren een soort bungalowtjes in het regenwoud. De tour zelf was alleen veel in een busje zitten, af en toe 5 minuten eruit mogen en veel naar de vervelende gids luisteren. Ga dus niet met Foaming Fury richting Cape Trib! Het enige echt leuke aan de tour was de Croc tour, met een bootje de rivier op om krokodillen te zoeken. We hebben hierbij meerdere Crocs (snappers) gezien en ook baby krokodilletjes, leuk!

Een paar dagen geleden zijn we terug gevlogen naar Brisbane waar we ons (mentaal) voorbereiden op Azie. We moeten nog wat inkopen doen en ons vooral inlezen over dat nieuwe continent wat waarschijnlijk een hele verandering gaat zijn. Onze plannen zijn als volgt: we blijven de eerste paar dagen in een iets te luxe hotel in Kuala Lumpur waarna we naar Yogyakarta op Java vliegen. We willen hier naar het tempelcomplex Borrobodur en wellicht een kookcursus volgen. Daarna vliegen we naar Bali en maken we wat uitstapjes naar Lombok en de Gili-eilanden. Wat we daar precies gaan doen, weten we nog niet, maar dat komt vast goed :). Na Indonesie vliegen we terug naar Kuala Lumpur om op de trein naar Penang te gaan wat bekend staat als Foodcapital of Asia. Vanuit daar gaan we, tonnetjerond, met de boot naar Langkawi om te chillen tussen de schildpadden en aapjes in het paradijs. Hierna beginnen onze laatste dagen in Kuala Lumpur voordat we jullie weer terug zien op 3 augustus, maar daar denken we liever nog niet aan ;)

P.s. De komende tijd zullen we waarschijnlijk niet meer zo regelmatig internet hebben, maar onze Nederlandse nummers zouden moeten werken :)

Whitsunday Islands & Magnetic Island

Na onze kampeertocht was het tijd om door te gaan richting Airlie Beach en daarmee naar de Whitsunday Islands. Hier hebben we in totaal 4 nachten gezeten. Het stadje was erg leuk, met veel barren, winkeltjes en een mooie lagoon (zwemmen in de zee doen ze hier niet zo aan, iets met dodelijke en giftige dieren). De tweede dag hadden we een tocht geboekt met een speedboot (http://www.oceanrafting.com.au), waarmee we over het water naar de mooiste plekken van de eilanden gingen. We hebben onderandere Whitehaven Beach en Hill Inlet gezien, twee van de mooiste plekken waar we ooit geweest zijn. De stranden waren witwit, het water blauwblauw, er waren blauwe krabbetjes, palmbomen etc. Toen we bij Hill Inlet naar een uitkijkpunt liepen was het echt alsof we naar een gephotoshopt plaatje keken, of naar een ansichtkaart (foto's komen nog). Op Whitehaven Beach hebben we de lekkerste lunch in Australie gehad, all you can eat pasta's, salades, kip, broodjes, mosselen.. Rest van de dag geen honger meer gehad :D

De boot ging behoorlijk hard (Marij had gelukkig reispillen op) en de gidsen vonden het ook erg leuk om bochten te maken, erg leuk :) We hebben ook nog gesnorkeld bij een mooi stuk koraal, en daar veel vissen gezien in alle kleuren (jammer genoeg geen Nemo). Daarna terug gecruised naar het vaste land.

In Airlie Beach hebben we verder vooral veel in de zon gezeten, 30 cent ijsjes gehaald bij de mcdonalds, mensen van Fraser Island gezien en winkeltjes ingeweest. Ook een paar avonden naar live muziek geweest, wat ze hier sowieso veel doen.

Na de fantastische Whitsundays en gezellige avonden in Airlie Beach, was het tijd voor onze volgende magische bestemming: Magnetic Island, door de locals ook wel Maggie genoemd. De voornaamste reden om hier naartoe te gaan, was een veelbelovende Full Moon Party (daarover later meer), maar ook de natuur beloofde veel goeds. We hadden gehoord dat er Rock Wallabies en de grootste populatie koala's van Australie waren. We hebben beide dieren helaas niet gezien... We zijn echter wel gaan snorkelen na een zware wandeling (de buschauffeur had het over een stukje wandelen naar een baai, dat bleek iets heftiger te zijn..). Het koraal was minder mooi dan bij de Whitsundays, maar wederom erg leuk om te doen. Toen we echter het water uit gingen zagen deze helden op flippers een pijlstaartrog voorbij schieten. Daar hadden we eventjes niet bij stilgestaan... Daar stonden we dan, tien meter van het veilige strand, te hopen dat we er niet op zouden stappen (ze zijn zandkleurig). Dat moet er vast komisch uit gezien hebben: snorkels op ons hoofd, wetsuit en flippers aan en voorzichtige pasjes zetten. Gelukkig kunnen we er nu om lachen, want ja, we leven nog ;). Na een lift de berg op, konden we ons klaar gaan maken voor de Full Moon Party waar 1500 mensen op af zouden komen. Nou, dat was dus echt niet zo. Er waren maximaal 800 mensen, maar dat deed niets af aan de gezelligheid. We hadden een leuke groep om ons heen met eigenlijk alleen maar Europeanen (de Australiers zijn niet leuk). Lekker de hele avond door gedanst.

We zijn net aangekomen op ons eindpunt, Cairns, waar we nog wat tripjes gaan doen voordat we terug vliegen naar Brisbane om naar Azie te gaan.

Fraser Island

Na een relaxed Byron Bay en wat shoppen in Brisbane, werd het tijd voor een van de hoogtepunten van de oostkust: Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld met hele mooie blauwe meren (zie foto's). Voor ons was het grootste avontuur echter niet om in een fourwheeldrive over het eiland te scheuren, maar kamperen. Twee nachten in een tentje en wc's achter gordijntjes is toch net iets te weinig luxe voor ons, maar we hebben het overleefd! Sterker nog, we waren de stoerste meiden van de groep, vooral bij het rijden. We waren ingedeeld in groepen van 8 en hadden een eigen rode jeep: Old Red. We hadden wat bange poeperds in de groep die het gaspedaal en koppeling niet konden vinden, maar gelukkig waren wij er om ze te redden. Vandaar dat we ook de hipste stukken hebben gereden, dwars door het binnenland over zandwegen (of iets wat door moest gaan voor wegen) en over het strand met hoogtij.
De groep die we hadden was erg leuk en dat was maar goed ook, want wat mensen van de andere groepen waren niet echt ons type.. Maar al zingend vermaakten we ons wel met zn 8en :) We hebben op het eilanden dus verschillende meren gezien, waaronder Lake McKenzie met super blauw water en witte stranden en lake Wabby dat tussen duinen en regenwoud lag. Ook zijn we naar een schipwrak gecrossed, hebben we op de top van het eiland gestaan en een walvis dood zien gaan (zielig!).
Op naar Airlie Beach en de Whitsunday eilanden!

Blue Mountains, Newcastle, Port Stephens, Byron Bay

Oke, veel gedaan in korte tijd! Na Sydney naar de Blue Mountains dus, na een treintocht van twee uur door de bergen. Ons hostel zat in Katoomba, het grootste plaatsje in de Blue Mountains schijnbaar. Nog steeds ongeveer maar 2 huizen en een hostel :D Nee er waren wat winkeltjes en redelijk wat hotels en ons hele fijne hostel. Vanuit het hostel was het 20 minuten lopen naar the three sisters, drie hele bekende pieken (zit een heel verhaal omheen met 3 zussen die versteend waren en niet meer terug konden veranderen, maar dat is teveel om nu te vertellen). Hier zijn we op de eerste dag heengelopen in het donker. En het was echt donker. Beetje eng wel, er was de hele weg niemand te bekennen, maar het was het waard. De three sisters waren verlicht en je kon de vleermuisjes ervoor zien vliegen. De dag erna hebben we een enorme wandeling gedaan, dwars door de regenwouden daar. Hierbij hebben we allerlei soorten vogels gezien, waaronder papegaaien en een soort pauw (die, waar we later achter kwamen, op een van de munten hier staat :)). We hadden een beetje de verkeerde route genomen, waardoor we een omweg moesten nemen om alsnog bij de geplande watervallen te komen, maar alsnog was het heel mooi. Na deze vijf uur lopen waren we een beetje moe, dus een boekje lezen bij de open haard in de balzaal van het hostel beviel wel.

De dag erna gingen we al weer terug richting Sydney, om vervolgens een bus te pakken naar Newcastle dat drie uur verderop ligt. Newcastle is een klein universiteitsstadje, met leuke winkeltjes, barretjes en een mooi strand. Verder was er niet heel veel te doen, dus we hebben hier vooral een beetje rondgelopen op het strand (geprobeerd om naar de vuurtoren te komen, maar die zat opeens een beetje ergens anders dan we dachten), gewinkeld, en films gekeken in de hele mooie woonkamer van het hostel samen met de gezellige mensen daar. In de stonden erg fijne banken, een grote tv, gratis dvd's (de video's deden het jammer genoeg niet..:() en spelletjes, jeej!

Na het gezellig Newcastle was het tijd om wat dieper de jungle in te gaan. In het plaatsje Port Stephens zou een hostel midden in de natuur staan - dat zagen deze saaie mussen wel zitten. We namen de bus toen de zon al bijna onder ging, dus tegen de tijd dat we er waren, zagen we geen hand meer voor ogen. Ineens leek een hostel midden in de jungle toch niet zo'n goed idee. Gelukkig mochten we al snel onze
bungalow in en konden we in de buitenkeuken gaan koken. Supergaaf als het overdag warm is, minder leuk als het net geregend heeft en er overal muggen zitten (Marij is een grote bult). Ach, jungle betekent wel veel coole beesten: we hebben allebei een python om onze nek gehad! Ok, wel het huisdier van de hosteleigenaar, minder eng, maar wel spannend.

De volgende dag besloten we met onze kamergenote een walvistocht te doen. Het beloofde fantastisch te worden; de dagen daarvoor waren er al meerderen gezien en het zou bovendien mooi weer worden. We werden echter teleurgesteld, we zagen geen walvissen. Gelukkig waren er wel veel dolfijnen die het erg leuk vonden om bij de boot te zwemmen. Dat was erg leuk!

Hierna moesten we weer terug naar Newcastle om een nachtbus naar Byron Bay te nemen, waar we nu zijn. We hadden veel verhalen gehoord over dit surfersdorp, bijvoorbeeld dat je hier je hele leven blijft hangen. Nou, dat gaan wij ook doen.

Sydney!

Allereerst onze excuses voor het gebrek aan foto's bij de verslagen. Tot nu toe was het internet erg traag en lukte het ons niet iets met de foto's te doen. Nu wel! J

We vertrokken vanuit Melbourne met een nachtbus naar Sydney. Helaas iets minder rust gekregen dan we gehoopt hadden, dus de eerste dag Sydney hebben we niet veel gedaan. De tweede dag besloten we 's ochtends naar de Opera House te lopen, maar hij maakte niet echt indruk op ons. Gelukkig bleek 's middags dat dat kwam door onze vermoeidheid en de wolken, want met de gratis wandeltocht lag het gebouw er veel beter bij! Erg indrukwekkend. De drie uur durende wandeltocht bracht ons langs alle andere bezienswaardigheden, dus een gratis wijntje achteraf was welkom.

Tijdens de wandeltocht kwamen we in contact met een paar leuke meiden die vroegen of we 's avonds mee uit wilden gaan. Niemand had echter meer heel veel puf dus besloten we naar de Scubar (inclusief Brazilian Night thema) te gaan, want die was lekker dichtbij. Al snel hadden we in de gaten dat ongeveer driekwart van de mensen mannelijk was en ook nog een dansten!

Verder hebben we een paar toeristische dingen per dag gedaan. We hebben o.a. over de Harbour Bridge gelopen (en wat mooie kiekjes genomen) en wederom Chinatown gezien. Ook was er een tentoonstelling met tekeningen van de eerste professionele tekenaar die naar Australie ging. Hij heeft zo ongeveer alle flora en fauna in kaart gebracht en uitgegeven.

Bij Sydney zijn natuurlijk stranden - mooie stranden. We waren gewaarschuwd dat het bekendste strand van Australie, Bondi Beach (uitgesproken als bondai, al hebben we ook bondie, bombie en bambie gehoord in het hostel), nogal toeristisch en vol zou zijn. Daarom zijn we eerst naar Manly Beach gegaan. Daarvoor moesten we bij de haven een ferry pakken die ons in een half uurtje naar het strand bracht. De boottocht was leuk, het gaf een heel mooi uitzicht op de stad en het bekende Opera House en Harbour Bridge. Een stukje verderop was het alleen wel even open zee en dus heftige golven, vooral vervelend voor Marij. Maar we hebben het overleefd gelukkig. Manly was een schattig plaatsje met winkeltjes, uitkomend op een heel mooi strand. Het was redelijk fris die dag, door harde wind, dus het strand was uitgestorven, heel mooi J

Vanaf Manly Beach, hebben we een stuk van een wandeling door de Nationale Parken daar gedaan. Met wat geklim en geklauter kwamen we daar op kliffen uit met heel mooi uitzicht, onder andere op surfers in de enorme golven. Via de bossen en een moeras (en een weg) kwamen we weer terug in het stadje, waar we de ferry terug gepakt hebben naar de stad.

Een paar dagen later waagden we het toch maar om naar het enorm toeristische, kijken en bekeken worden Bondi Beach te gaan. Met de bus gingen we er vol verwachting heen. Er was niemand. En het was bewolkt. En koud. Dus, leuk om er geweest te zijn, maar toch maar weer terug naar de stad, waar we in het park hebben gelegen waar tenminste wel zon was!

Gisteren was ons laatste dagje in Sydney en toevallig ook mijn (Marij) verjaardag jeej! We hebben de dag goed gespendeerd met shoppen, taart eten, koffie drinken, uiteten gaan en 's avonds nog even de kroeg in. Wel gek om heel ergens anders jarig te zijn, maar eigenlijk kreeg ik er gewoon 8 uur verjaardag bij J.

Nu zitten we in de Blue Mountains, na twee uurtjes trein, in een erg gezellig hostel. Morgen gaan we een wandeling maken en alle mooie uitzichten, watervallen en rotsformaties zien!